Coaches

Een team kan niet zonder een coach! Hiervoor zijn ouders nodig in elk team, die deze rol op zich willen nemen. De coach regelt de zaken met betrekking tot het spelen van de wedstrijden. Denk aan de opstelling en het wisselen, maar er zijn daarnaast ook nog wat organisatorische zaken. Bijvoorbeeld het maken van een rijschema, fruitschema en het indelen van spelbegeleiders. Dit kan door de coach geregeld worden, maar ook door een teammanager. Maak daar afspraken over binnen het team!

Onze tip voor het coachen? Als je gevraagd wordt en je kunt tijd vrijmaken: doe het gewoon! Het is zo leuk om die vrolijke kindergezichten met rode blosjes op de wangen te zien rennen, springen en hockeyen.

Positief coachen

Als coach, maar ook als ouder wil je graag je kind(eren) aanmoedigen. Je hoort dan ook regelmatig een ouder of een coach wat roepen naar de spelers op het veld. Met de beste bedoelingen, al kan dit soms ook averechts werken. Eén van de belangrijkste doelen die een coach en ook een ouder moet hebben is om het hockeyen voor de kinderen stimulerend, interessant, leerzaam en leuk te maken. Zeker bij jonge kinderen mag geen prestatiedruk in de zin van “moeten winnen” gelegd worden.

Een belangrijke rol die zowel coach als ouders kunnen aannemen is het positief coachen. Je bent hierbij juist gericht op het goede, en stimuleert zo je kind(eren) om lekker te sporten, iets wat zij juist het leukste vinden! Een aantal manieren voor het positief coachen zijn:

1 . Plezier gaat voor presteren!

In plaats van ‘heb je gewonnen?’ en ‘heb je gescoord?’ kun je ook vragen: ‘was het leuk?’ en ‘hoe ging het?’ Zo haal je de nadruk van het presteren af en leer je kinderen dat plezier voorop staat. Stel de ontwikkeling van het kind centraal. Door het plezier krijgt een kind meer vertrouwen en gaat het kind zich op zijn of haar niveau beter ontwikkelen.

2. Moedig aan, maar coach niet mee!

Aanwijzingen geven is verwarrend en afleidend. Hoe goed bedoeld ook, als ouder je kind vanaf de kant coachen en vertellen wat hij/zij moet doen is geen goed idee. Als er een coach is, maakt die afspraken met het team en die kunnen anders zijn dan dat wat jij roept. Daarnaast kan het je kind uit zijn/haar spel halen of ervoor zorgen dat het zelfvertrouwen wordt vermindert, zeker als dat wat je roept negatief is…

3. Moedig alle kinderen aan, niet alleen die van jezelf!

Niet alle ouders zijn erbij of kunnen erbij zijn. Als iedereen die er staat het hele team aanmoedigt, is dat wel zo leuk voor allemaal.

4. Geef zelf het goede voorbeeld!

Houd je mond tegen de scheidsrechter. Soms moeilijk maar echt een must: bemoei je niet met de arbitrage! Soms zit het mee en soms zit het tegen, dat hoort bij de sport en wij zijn er om onze kinderen te laten zien en zo te leren dat een scheidsrechter zijn best doet en dat we daar met respect mee om moeten gaan.

5. Laat je kind zijn of haar sport zelf beleven!

Zelf het 1e team nooit gehaald en is nu je missie dat je kind het wel haalt? Of wil je dolgraag dat de sporttalenten van je kind tot uiting komen? Allemaal heel logisch en prima zolang je die wensen en ambities voor jezelf houdt. Laat je kind zelf aangeven en de leiding nemen in hoe intensief en hoog het wil sporten. Dan beleeft het echt plezier aan zijn/haar sport!  

De KNHB heeft handig materiaal voor coaches en trainers beschikbaar. Op de site van de KNHB vind je diverse artikelen en hulpmiddelen voor coaches, namelijk:

Klik hier om naar de de hulpmiddelen voor coaches op site van de KNHB te gaan!